Items
Class
Painting
-
Heilig Hart met Paulus van het KruisMuurschildering in Martha, Den Haag; Voor beschrijving en datering zie Het Vaderland van 7 juni 1928 onder 'Periodieken en kranten'. [kleurengamma: Bvhh: dominante toon blauw en paars met rood voor gewaad] [staat: Goed, in 2005 gerestaureerd /schoongemaakt]
-
titel nader te bepalenMuurschildering in OLV ter Eem klooster, Amersfoort; ^ [techniek: secco op baksteen] [staat: redelijk]
-
Triomfboog Muurschildering in Servatius, Nunhem; Het programma op de triomfboog is gewijd aan geloof (de vrouw rechts), hoop (het triomfkruis in de top) en liefde (de apostel Paulus links). De volgorde moet liturgisch gelezen worden alsof men met de rug naar de voorstelling staat. -
Priesterkoor: zonnebloemenMuurschildering in Servatius, Nunhem; De zonnebloemen die bloeien tussen de heiligen aan de zuidermuur van de koortravee. De vis en het brood in het timpaan van de entree naar de sacristie herinneren aan de Wonderbare broodvermenigvuldiging, de naam van Christus en de eucharistie.
-
Priesterkoor: Maria en JezusMuurschildering in Servatius, Nunhem; Maria en Jezus tegen de zuidermuur van de koortravee. Opvallend is het motief van de zonnebloemen, die ook de heiligen eronder flankeerden.
-
Priesterkoor: heiligenMuurschildering in Servatius, Nunhem; De heiligen tegen de zuidermuur van de koortravee zijn afgestemd op de kinderkapel aan de andere kant van het koor.
-
Priesterkoor:madonna en kindMuurschildering in Servatius, Nunhem; Zuidelijke koorwand met Madonna en kind boven, en Johannes de Doper en Agnes aan weerszijden van de deur naar de sacristie. Opvallend is het eucharistische motief boven de deur, dat de illusie wekt van sgraffito in zwarte steen.
-
Heilsgeschiedenis en Jospehcyclus in absis,koor en triomfboog Gewelf- en muurschilderingen in Joseph, Roosendaal; WvL-1: Het jubileum van deken Van Mierlo in 1943 was aanleiding tot de schenking van de beschildering van de altaarwand en de absis. | Ook triomfboog en muurdelen aan weerszijden koor. -
titel nader te bepalenMuurschildering? in Moederhuis Zrs. Van Liefde, Tilburg; wandpolychromie in de hoofdkapel [staat: niet meer aanwezig]
-
Maria met kind (O.L. Vrouw van de Berg Karmel)Muurschildering in Theresia, Waspik; in lunetten boven ingang
-
titel nader te bepalenmuurschildering in Jozef en Martinus, Groningen; niet meer aanwezig, voorheen koor. Aanwezig en in 1970 gesloten en in 1983 afgebroken st Martinuskerk. Schilderingen geschonken door parochianen bij gelegenheid van 25 jarig priesterfeest van pastoor Chr. TJ. Kars in 1923 [techniek: secco ] [staat: verdwenen]
-
Calvarie Muurschildering in Rita, Amsterdam; ^ [techniek: verf] -
titel nader te bepalenmuurschildering in Jozef , Alkmaar; sporen van in de jaren '60 overgekalkte schilderingen, nu door afbladdering weer op plaatsen zichtbaar [staat: overgekalkt]
-
Liefdewerken van de congregatieMuurschildering in Moederhuis Zrs. Van Liefde, Tilburg; wandschildering in de wezenkapel
-
Uitmonstering absis (Christus Salvator), triomfboog (Heiligen) en kruiswegstatiesGewelf- en muurschilderingen in Kapel bij de kerk van O.L. Vrouwe van Altijddurende Bijstand , Roosendaal; Aangereikt door Ronald Stenvert
-
TriomfboogMuurschilderingen in Kapel Huize Overdonk, Dongen; www.oudefotosvandongen.nl/index.php?categoryid=49&p2_articleid=37
-
KruiswegstatiesKruiswegstaties tegen de zijwanden.
-
Schilderingen op triomfboogSchilderingen op triomfboog. "Diverse Heiligen en bijbelse figuren. Koor, muur en plafond, zie spreadsheet SKKN, waar hij ten onrechte als Ypema vermeld staat (noot bvhh) [techniek: fresco?] [staat: redelijk, licht vervuild]” (bron: Genade van de steiger)
-
Art Nouveau muurschilderingenHet interieur van de sacristie is grotendeels origineel. Tegen de wanden staan originele houten kasten; de ruimte wordt verlevendigd door muurschilderingen in de stijl van de Art Nouveau.
-
12 apostelenOp de transeptmuren de 12 apostelen.
-
GordijnschilderingenAchter het altaar zijn gordijnschilderingen aangebracht.
-
KruiswegstatieKruisweg in de Ludgeruskerk (de ene zijbeuk in 1941 en de andere waarschijnlijk in of na 1945). De weergave als één doorlopende beeldband vormde een innovatieve oplossing, waardoor Ydema tussen de voorschreven staties verschillende verbindende voorstellingen kon aanbrengen met eigen thema’s en accenten. Deze zijn aangebracht tijdens WO II en vervangen de oude kruiswegstatie-schilderingen uit 1886. In een doorlopende band langs de muur van de zijbeuken: staties I-VII Renaissance geïnspireerd met vrouwen in eigentijdse kledij, staties VIII-XIV in barokke Greco-stijl. Ydema heeft vanwege de Kulturkammer tot na de oorlog moeten wachten met de tweede (zuid)muur. [techniek: Keim (net als in Bakhuizen)] [staat: Redelijk goed, maar onderlaag slecht] (bron: De genade van de steiger)
-
Muurschildering in doopkapelMuurschilderingen die de doop van Jezus en de uittocht uit Egypte verbeelden. "Muurschilderingen in Ludgerus, Balk, Gaasterland, Sloten; Bvhh: intermediair qua stijl tussen de twee banden met kruiswegstaties van Ydema in dezelfde kerk. Vanwege de oorlog waarschijnlijk na 1945 geschilderd (zie de opmerking bij de kruiswegstatie voor deze kerk). [techniek: Keim (net als in Bakhuizen)] [staat: Redelijk goed]” Bron: De genade van de steiger
-
Wandschilderingen op triomfboogWandschilderingen op triomfboog
-
Muur- en gewelfschilderingenMet onder meer musicerende engelen, de kroning van Maria en de Kruisiging van Christus.
-
Geschilderd opschriftIn een segmentbogig gesloten nis boven de toegang vanuit kerk naar toren stond een grote steen met geschilderd opschrift betreffende de stichting, bekroond door een wapenschild gehouden door twee leeuwen. In 1962 is de toegang tot de kerk naar de westzijde van de toren verplaatst en is de steen mede verplaatst. Het opschrift is destijds, daar het slecht te lezen was, niet weer aangebracht. De tekst is in 1981 weer op de steen geschilderd, het geschrift op de steen is uitgeschreven in bron: Noordelijk Oostergo. Dongeradelen.
-
Imitatie natuursteenblokkenDe doorgang naar de kerk is aan de kerkzijde omlijst door op de wand geschilderde imitatie natuursteenblokken, vergelijkbaar met de versiering rond de galmgaten. Tot voor enige jaren waren een voegverdeling en een schaduwslag als van natuursteenwerk geschilderd. (bron: Noordelijk Oostergo. Dantumadeel, 1984)
-
Gedeelte van een decoratieve schildering In de dagkant van het koorvenster aan de noordzijde is een gedeelte decoratieve schildering bewaard, bestaande uit sterk bijna cirkelvormig krullende ranken, rond 1200. -
Stucco lustro in koepelkamerIn de koepelkamer hebben de wanden een marmer imitatie van stucco lustro met grote rechthoekige panelen ter hoogte van de vensters. https://data.cultureelerfgoed.nl/term/id/cht/c5e6fdde-4d77-4d72-82f9-df5593b9451a
-
Ram of leeuwFragment waarop waarschijnlijk een ram is afgebeeld. De ram is het dier dat door Abraham in plaats van zijn zoon werd geofferd, en wordt hierom in verband gebracht met Christus. Het dier is aangegeven door eenvoudige okerrode contouren. Het langgerekte lichaam is gericht naar de boom. Hij heeft een lange staart die om en boven het lijf is gedraaid. De punt van de staart wordt aangegeven met een leliemotief. De staart lijkt niet bij de kop te passen. De kop is het enige wat het dier op een ram doet lijken, door de vorm en de hoornen. Een van de voorpoten houdt hij omhoog, de hoef is echter verdwenen. rode oker op kalk
-
BoomOp de drie oostelijke gewelfvlakken van het koorgewelf zijn fragmenten van schilderingen gevonden. Op de middelste van de drie gewelfvlakken is een boom te zien. De boom bestaat uit een okerrode stam, die naar boven spits toeloopt, met aan weerszijden takken en bladeren. Rechts naast de stam zijn de vele takken en bladeren geschilderd in rode oker. Aan de linkerkant zijn deze blauw en duidelijk minder in aantal. Waarschijnlijk is de boom hier een beeld van Christus: de boom der kennis van goed en kwaad. rode oker en blauw op kalk
-
Fragment van een tekstIn het midden van de gordelboog tussen de vijfde en zesde travee is, aan de onderkant, een fragment van een tekst bewaard gebleven. Er zijn drie letters te zien: 'R E T....', geschilderd in rode oker. De letters zijn iets vervaagd maar nog duidelijk leesbaar. rode oker op kalk
-
Restant van een figuurOp het oostelijke gewelfvlak zijn restanten van een schildering aangetroffen. Deze is weliswaar erg fragmentarisch, maar het lijkt de rechterkant van een figuur te zijn. Rechtsonder zijn enkele okerrode en blauwe kleurvlakken geschilderd; deze lijken sterk op draperieën van een gewaad met daarover een mantel. Boven dit fragment zijn eveneens enkele okerrode en blauwe kleurvlakken aangetroffen. Het bovenste fragment doet aan als de schouder van een figuur in een blauw gewaad waaromheen een okerrode mantel is geslagen. Om de figuur heen zijn okerrode vlakken met zwarte lijnen aangetroffen waaruit niet op te maken valt wat hier oorspronkelijk geschilderd was. onbekend, okers op kalk
-
DierRestanten van een dier zijn op de sluitsteen van de vierde travee bewaard gebleven . Hiervan zijn alleen het onderlijf, een deel van de staart en een deel van de kop te zien, die erg minimaal zijn weergegeven waardoor het niet duidelijk is welk dier hier precies geschilderd is. Het kan zijn dat het om een leeuw of een eenhoorn gaat. Het dier is geschilderd in rode oker waaromheen zwarte contouren zijn aangebracht. Aan de onderkant van de schildering zijn vier gekromde poten met klauwen geschilderd, met een gedeelte van het lijf erboven. Linksboven is een fragment bewaard gebleven waarop een deel van de lange gekrulde staart is geschilderd. Rechts hiervan is een fragment te zien dat een deel van de kop toont. Op dit fragment zijn okerrode en zwarte strepen zichtbaar, die waarschijnlijk de manen van het dier voor moeten stellen. In het centrale gedeelte, tussen de fragmenten, is de schildering verdwenen; hier is een nieuwe pleisterlaag aangebracht. rode oker en zwart op kalk
-
Fragmenten van schilderingenFragmenten van schilderingen zijn in de eerst drie traveeën gevonden. In de eerste travee zijn deze erg onduidelijk. In de tweede travee vindt men op het westelijke gewelfvlak een okerrode lelievorm met zwarte contouren eromheen. Op het zuidelijke, westelijke en oostelijke gewelfvlak van de tweede travee zijn restanten van een gevlochten vlakverdeling bewaard gebleven. Op de gordelboog tussen de eerste en tweede travee zijn, aan de oostzijde, enkele restanten van een erg vervaagde tekst waar te nemen. Enkele afzonderlijke letters en cijfers zijn te onderscheiden, maar de tekst blijft onleesbaar. Er lijkt het jaartal 1854 te staan maar dit kan niet in verband gebracht worden met de schilderingen, die uit een veel eerdere periode stammen. rode oker en zwart op kalk
-
Doornenkroning van Christus'De doornenkroning van Christus' vindt plaats tussen zijn gevangenname en zijn wegleiding naar het kruis. De soldaten van Pilatus roepen de afdelingen van het gerechtsgebouw bijeen, trekken Christus een purperen kleed aan en zetten een van doornen gevlochten kroon op zijn hoofd. Vervolgens begroeten ze hem als koning der joden, slaan hem op het hoofd en bespuwen hem. Van deze schildering is het middelste gedeelte bewaard gebleven. Links is een bebaarde soldaat afgebeeld. Deze figuur is het best bewaard gebleven, maar de benen en het hoofd zijn verdwenen. In zijn handen houdt hij een stok vast waarmee hij Christus, in het midden, op het hoofd slaat. Van Christus zijn alleen het hoofd met doornenkroon, de schouders en de rechterarm te zien. Christus lijkt ineengezakt te zijn en ondergaat zijn marteling met duidelijk leed. Een tweede soldaat, rechts naast Christus, houdt eveneens een stok in zijn handen waarmee hij op het hoofd van Christus slaat. Van zijn bovenlichaam zijn alleen okerrode contouren bewaard gebleven; het hoofd is verdwenen. De twee soldaten zijn veel groter afgebeeld dan Christus, waardoor de handeling nog expressiever wordt. De achtergrond is geschilderd in gele oker. Hierin zijn enige uitsparingen in de vorm van menselijke contouren aangetroffen, en binnen deze uitsparingen zijn okergele kleurvlakken te zien. Het is mogelijk dat naast de bekroning ook de bespotting van Christus in deze voorstelling is uitgebeeld; vaak worden elementen van beide scènes gecombineerd. Gezien de figuren die zich op de achtergrond scharen om naar het tafereel te kijken, een traditionele manier om de bespotting uit te beelden, lijkt dit goed mogelijk. okers op kalk
-
Geseling van ChristusVoordat Christus naar het kruis wordt geleid, wordt hij op bevel van Pontus Pilatus, de gouverneur van Judea, gegeseld. De manier waarop de scène in Exmorra is uit- gebeeld, is gebruikelijk: Christus is aan een zuil van een zuilengalerij vastgebonden, waarschijnlijk in het gerechtsgebouw van Pilatus. Van deze schildering is de bovenste helft bewaard gebleven, waar drie bovenlijven van figuren te zien zijn. De middelste stelt Christus voor, die met zijn handen op de rug en voorovergebogen tegen een pilaster is geplaatst. Hij lijkt niet op de goddelijke verlosser die zijn leven offert voor de mensheid, maar meer een door pijn gekwelde man. Links en rechts van hem staan twee geselaars die op het punt staan om Christus te slaan. Beide houden een arm omhoog met in hun hand de martelwerktuigen. De scène vindt plaats in een architectonisch vormgegeven ruimte waar twee rondbogen in het midden worden ondersteund door een pilaster. Er is duidelijk geprobeerd om de scène plaats te laten vinden binnen een illusionistische ruimte. In de Friese muurschilderkunst komt dit niet regelmatig voor; alleen de schilderingen in het koor van de Sint-Martinuskerk te Bolsward vertonen zekere illusionistische ruimtelijkheid. rode en gele okers op kalk
-
Fragmenten van decoratieve motievenRestanten van decoratieve schilderingen in gele en rode oker. Gegevens over de oorspronkelijke voorstellingen, hun dateringen en de restauratie zijn onbekend. Wel zijn er tekeningen gemaakt tijdens de restauratie; deze bevinden zich in het depot van het Fries Museum. Rode en gele oker op kalk
-
TekstcartoucheTekst is geplaatst in een zwart vlak waar de afzonderlijke letters zijn ingekrast. Of de afzonderlijke letters daarna zijn ingekleurd, is niet te zien; er is nu een grijze kleur waar te nemen die waarschijnlijk een restant van de zwartpigmenten is. Het tekstvlak wordt omkaderd door simpele ornamenten in okerbruin, geel en blauw. De tekst, die slechts gedeeltelijk te lezen is, verwijst waarschijnlijk naar de herbouw van de kerk óf herinnert aan het tijdstip dat de kerk in 1580 reformatorisch werd. Gedenkteksten als deze zijn ook te vinden in de Grote Kerk te Bolsward. Hier in Workum staat er te lezen: 'In jaer ons heeren ..5.... [,] ..nen .....[.] ..[.].ene. .e..........borger ...[.]..............er…. zwart, gele- en bruine oker en blauw op kalk
-
Restanten van schilderingenOp de noordwand van het schip zijn restanten van schilderingen te zien waarvan niet opgemaakt kan worden wat ze voorstellen. Achter de lambrisering zijn herhalende lijnen en blokmotieven aangebracht. Voorts zijn er op de noordmuur naast de ingang enkele zwarte vlakken op de muur ontdekt, ook hiervan is onduidelijk waartoe deze behoord hebben. ode kleurstof (oker) op kalk
-
Fragmenten van decoratieve schilderingenIn het zuidoostelijke vlak van het koor bevinden zich op de dagkanten van een venster decoratieve planten- motieven die bestaan uit gebogen ranken en blad- motieven. Aan de noordzijde zijn enkel de zwarte contouren nog zichtbaar; aan de zuidzijde zijn nog vage gele oker resten te zien. Het venster behoort tot het gedeelte van de kerk dat in het laatste kwart van de veertiende eeuw is gebouwd. De beschildering zal waarschijnlijk rond 1500 of in de vroege zestiende eeuw tot stand zijn gekomen. Ook stilistisch lijken de plantenmotieven veel overeenkomsten te hebben met vijftiende-eeuwse decoratieve schilderingen zoals die te zien zijn in de Sint-Maartenskerk te Kollum en de Nederlands-hervormde kerk te Bornwird.
-
BaksteenimitatieRichting het koor is een gedicht gotisch venster te zien waar op de raamomlijsting en stijlen baksteen-imitatie is aangetroffen. Ook op het metselwerk waarmee het venster is gedicht, zijn sporen van rode kleurstof aangetroffen die zeer waarschijnlijk eveneens restanten van baksteenimitatie zijn. Het schilderen van baksteenimitatie komt in het noorden van Nederland voornamelijk tussen 1425 en 1525 voor en de schilderingen die op dit venster zijn aangebracht zullen vermoedelijk ook uit deze periode stammen. rode oker en wit op kalk
-
Restanten van plantenmotievenIn een dagkant van het Romaanse venster aan de noord- zijde van het schip zijn enkele restanten van ranken en bladmotieven aangetroffen. De schildering is aangebracht in zwart waarbij de vormen van ranken en bladeren zijn uitgespaard. De schildering kan niet tegelijk met de bouw van de kerk zijn aangebracht omdat het venster in een later stadium is vergroot. Bouwhistorici denken evenwel dat de vergroting van het venster kort na de bouw van de kerk heeft plaatsgevonden, en dat de schildering dateert uit de twaalfde of dertiende eeuw. zwart op kalk
-
FiguurOp de westmuur een schildering van - oorspronkelijk - twee figuren. Het vlak waarop de schildering is aangebracht is na de bouw van de toren voorzien van een nieuwe pleisterlaag, de gestalten kunnen zodoende niet voor de bouw van de toren zijn aangebracht. 229 Een van de twee figuren is kort geleden verloren gegaan. De nog bewaard gebleven schildering is een kleine, opmerkelijke, figuur die in rode kleurstof is geschilderd en een soort karikatuur lijkt te zijn. De gestalte kan een symbolische betekenis hebben en er wordt wel verondersteld dat deze figuur destijds is aangebracht door reformatoren om de toen nog katholieke kerk te ontwijden. Als dit het geval is, dan is de schildering in de late vijftiende eeuw aangebracht. De figuur heeft overeenkomsten met een gestalte die in de Nederlands-hervormde kerk te Oostrum in het koor is geschilderd. Ook in Oostrum kan de figuur om deze reden zijn aangebracht. rode kleurstof (oker?) op kalk
-
Drie wijdingskruizenIn deze kerk zijn opvallend veel wijdingskruizen geschilderd. De redenen hiervoor zijn onduidelijk. Waarschijnlijk werden de ruimte of enige objecten door een kerkelijke beambte gewijd. Dit vond plaats na een verbouwing van de kerk, of bij het in gebruik nemen van een nieuw altaar of religieuze voorwerpen. Het wijdingskruis zou hiervan het aantoonbare restant kunnen zijn. Een datering van de wijdingskruizen is vrijwel onmogelijk te maken, omdat er weinig aanknopingspunten zijn. Er zou gezocht zou kunnen worden in de geschiedenis van de kerk; hiervoor kan onder meer een grondig bouwhistorisch onderzoek uitkomst bieden. Maten wijdingskruisen resp. 40 x 35 cm, 40 x 40 cm en 35 x 40 cm. Wanneer men de kerk binnentreedt, zijn op de westmuur van de eerste travee, in de zogenoemde voorkerk, restanten van een schildering aan te treffen. Het lijkt hier te gaan om een fragment van een wijdingskruis. Te zien is het rechter gedeelte van een cirkelvorm met daaruit ontspringende plantenmotieven, geschilderd in zwarte lijnen. Enkele delen van het plantenmotief zijn verdwenen, op deze plaatsen is de schildering bijgewerkt. Links van de schildering bevindt zich een ingekraste cirkelvorm waarin twee verticale grijze lijnen geschilderd zijn. Het is onwaarschijnlijk dat deze inkrassing bij de schildering behoort, omdat deze iets lager op de muur is geplaatst en omdat er reliëfverschil te zien is: de pleisterlaag waarop de schildering is aangebracht is ongeveer 1,5 cm dikker dan de laag waarop de inkrassing is aangebracht. In het preekgedeelte van het schip bevindt zich aan de noordzijde, onder de boogaanzet van de gordelboog die de derde en vierde travee van elkaar scheidt, een tweede wijdingskruis. De rode oker achtergrond is bewaard gebleven, enkele lacunes hierin zijn bijgewerkt en de zwarte pigmenten zijn oorspronkelijk. De verflaag is hard en lijkt één geheel te vormen met de muur. De schilderingen kunnen aangebracht zijn in de a-frescotechniek of in een van de tussenvormen van a-secco- en a-frescotechnieken. Aan de noordzijde, onder de boogaanzet van de gordel- boog tussen de vijfde travee en het koor, bevindt zich een derde wijdingskruis, geschilderd in zwarte lijnen op een rode oker achtergrond. Dit kruis is wat betreft vorm en kleur identiek aan het eerste. maar de afmetingen van beide voorstellingen verschillen. Het derde wijdingskruis is een ronde cirkel in rode oker met zwarte contouren. In de armen van het kruis bevinden zich uitsparingen in witte bladvormen met zwarte contouren. In de bladvormen zijn vage zwarte lijnen te herkennen als bladnerven. Van de rode oker achtergrond is de onderste helft bewaard gebleven; hier zijn lacunes bijgewerkt in een arceertechniek. De bovenste helft van de achtergrond is niet bewaard gebleven waardoor hier de pleisterlaag te zien is. De zwarte pigmenten zijn oorspronkelijk. rode oker en zwart op kalk
-
Friezen met plantenmotievenBoven het venster in de vierde travee aan de zuidzijde is een breed fries met plantenmotieven te zien, geschilderd in zwarte pigmenten. Een groot gedeelte hiervan is bijgewerkt, maar enkele fragmenten van de bladeren zijn oorspronkelijk. Boven twee vensters in de muurvlakken van het koor en boven het venster in de vijfde travee aan de zuidzijde zijn resten van rondlopende friezen met plantenmotieven gevonden. De friezen zijn geschilderd met rode oker en zwarte pigmenten. Boven het noordoostelijke venster in het koor is rechts een klein gedeelte van een, oorspronkelijk rondlopende, fries te zien waarin met rode oker en zwarte pigmenten een vage schildering van plantenmotieven is aangebracht. Boven het zuidoostelijke venster is het rechtergedeelte van een rondlopende fries met plantenmotieven bewaard gebleven. Deze is geschilderd in zwarte lijnen en lijkt geheel in arceertechniek, bijgeschilderd te zijn; de oorspronkelijke delen zijn nauwelijks zichtbaar. rode oker en zwart op kalk
-
Sint-ChristoffelSint-Christoffel is geschilderd als Christusdrager die met zijn opgeheven rechterarm leunt op een grote staf. Het gewaad van de heilige is sterk vervaagd. Alleen de boorden van de mouwen, de sluiting aan de voorkant en vage kleurvlakken zijn nu nog zichtbaar. Zijn baard en haar zijn geschilderd in gele oker met zwarte krullende lijnen onder aan de baard. Ook van het Christuskind dat op zijn schouder zit, is weinig bewaard gebleven: het hoofd met stralenkrans, enkele delen van zijn gewaad en de linkerhand waarin hij een wereldbol houdt met daarop een kruis in gele oker. Het driehoekige witte vlak in de haarpartij van de Christoffel moet een slip van de mouw van de mantel van het Christuskind zijn geweest. Onder de rechterarm van de heilige zijn sporen van rode oker te zien, die een deel van de achtergrond óf de binnenkant van de mantel kunnen hebben gevormd. Oorspronkelijk zat rond de schildering een omkadering waarvan een deel in de rechterbovenhoek bewaard is gebleven. Hier is een 12 cm brede zwarte band te zien, in de hoek gedecoreerd met een lelievorm. In het geschilderde oppervlak zijn lacunes ontstaan, waardoor op deze plaatsen de pleisterlaag getoond wordt. Ook zijn schraapsporen over het gehele oppervlak waar te nemen waarin de verflaag minder dekkend is. De groenblauwe mantel van de heilige is op een aantal plaatsen waar lacunes in het geschilderde oppervlak zijn ontstaan, in arceertechniek bijgeschilderd. In deze a-secco uitgevoerde schildering zijn okers, blauw-groenpigmenten en een zwart pigment binnen een omkadering van een zwarte band gebruikt.
-
Majestas DominiOp het meest oostelijke gewelfvlak van het koor is de tronende Christus frontaal zittend afgebeeld binnen een vierpasmotief. Zijn rechterarm houdt hij gebogen voor zijn bovenlichaam; in zijn linkerhand houdt hij 'Het boek des levens', waarop de letters 'A' en 'Q' zijn aangebracht. Hij draagt een lang gewaad, waarbij onder de taille, in rechte lijnen, plooien zijn aangegeven. Bij de hals van de mantel is een decoratieve band aangebracht. Christus is hier als baardeloze jongeling, met een erg lange hals en kort, krullend haar weergegeven. Rond zijn hoofd is een uitsparing in de vorm van een nimbus te zien. Om Christus heen, binnen de vierpas, zijn in een rastervorm okergele en zwarte lijnen aangebracht. Dit raster is rechts van Christus erg vervaagd; links van hem zijn de mazen groter en is de schildering veel duidelijker. Het lijkt of het hier om een bijschildering gaat. De vierpasvorm wordt aangegeven met drie lijnen waaromheen een decoratieve lijst met gestileerde lelievormen is geschilderd. In de zwikken van de vierpas zijn de symbolen van de vier evangelisten geschilderd. Linksboven de engel van Mattheus, rechtsboven de adelaar van Johannes, rechts- onder de leeuw van Marcus en linksonder zijn resten van een os bewaard gebleven, het symbool van de evangelist Lucas. Wanneer we een foto van de schildering uit de jaren zestig vergelijken met een recente opname, blijkt dat de schildering in de loop van de tijd erg vervaagd is. Links van Christus staan twee heiligen ten voeten uit, mogelijk Johannes de Doper en Maria. Rechts van Christus zijn ook twee figuren geschilderd, waarvan mogelijk één Sint-Martinus, de patroonheilige van de kerk. (bron: Aldus…) gele oker en zwart op kalk
-
WijdingskruisEr is erg weinig van de schildering bewaard gebleven. Slechts enkele delen van twee armen van het kruis in rode oker en zwart en de gele strepen van de stralen tussen deze armen zijn bewaard gebleven. Het kruis is een zogenoemd Maltezer kruis, hetgeen te zien is aan de typerende speervorm van de armen. Het is goed mogelijk dat het wijdingskruis is aangebracht tijdens het inwijden van het nieuwe koor dat rond 1500 is gebouwd. Gezien de plaats waar het kruis zich bevindt, in de laatste travee van het schip, is dit goed denkbaar. Het kruis kan dus vlak na 1500 geschilderd zijn. Tijdens een restauratie van de kerk in 1981-1983 is dit wijdingskruis ontdekt. De schildering is vervolgens gerestaureerd door E. Algra uit Blerikum. rode oker, gele oker en zwart op kalk
-
Ongeïdentificeerde schilderingEen voor een klein gedeelte bewaard gebleven persoon met een lier is op de volgende gewelfvlak te zien. De figuur lijkt te zitten met het snaarinstrument op zijn schoot. Hij houdt de draaislinger in zijn hand. Dit instrument is het enige attribuut dat een aanknopingspunt kan zijn voor een identificatie, hetgeen tot op heden niet is gelukt. Schildering ontdekt in 1998 door H. Hut. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Ongeïdentificeerde schildering, mogelijk Koning DavidEen op de harp spelende figuur is vaag bewaard gebleven. De contouren van zijn hoofd zijn te zien, net als vage omtrekken van zijn lichaam. Een gedeelte links van het midden is duidelijker: hier zijn de handen en armen van de figuur te zien een de harp die hij bespeelt. Wanneer we kijken naar de geïdentificeerde figuren die in het koor zijn aangebracht, zien we dat allen prefiguraties zijn van Christus of een aspect uit zijn leven verbeelden waaruit zijn goddelijkheid blijkt. Wanneer we in deze richting zoeken, komen we op Koning David die een prefiguratie van Christus was en daarbij de patroon der musici; hij heeft de harp als attribuut. David was een herdersjongen die koning van Israël werd. Hij zou volgens de apostel Mattheus de voorvader van Christus zijn, waardoor deze prefiguratie niet verwonderlijk is. Het is dus mogelijk dat de figuur Koning David heeft voorgesteld die op zijn harp speelt. Schildering ontdekt in 1993 door L. Muller. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Ongeïdentificeerde schildering geflankeerd door Aaron en SalomonOngeïdentificeerde schildering geflankeerd door Aaron en Salomon. Het centrale tafereel is hier geschilderd binnen een ronde boog bestaand uit een aantal banden met gesloten hogels. Midden in het muurvlak bevindt zich een klein rondgebogen venster; de schildering loopt door tot op de dagkanten van het venster. Schildering ontdekt in 1993 door L. Muller. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Een niet met zekerheid geïdentificeerde schilderingEen niet met zekerheid geïdentificeerde schildering, evt. een gevangenname, geflankeerd door Mozes en een ongeïdentificeerd object/figuur. Schildering ontdekt in 1986. door L. Muller. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Isaak en AbrahamRestanten van twee oudtestamentische figuren flankeren het centrale tafereel. Schildering ontdekt in 1998, door H. Hut en H. Visser. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Maria met kindEen gekroonde Maria zit met het Christuskind op haar schoot, binnen een amandelvormige mandorla, en kijkt de toeschouwer aan. De achtergrond waarop Maria is geplaatst was oorspronkelijk blauw, de kleur die haar kuisheid en onschuld symboliseert. De pigmenten zijn echter verbleekt waardoor er nu alleen nog een groengrijze tint te zien is. Van haar gewaad zijn enkele okergele kleurvlakken bewaard gebleven. Ook van haar gezicht zijn alleen vervaagde gelaatstrekken te onderscheiden, wél zijn de donkere contouren en plooien van haar kleed duidelijk te zien. De schildering toont veel overeenkomsten met de schilderingen die in het koor zijn aangebracht, en stamt hoogstwaarschijnlijk uit dezelfde periode. Wellicht is de Mariaschildering vlak na het overwelven van de kerk aangebracht. Schildering ontdekt in 1998 door H. Hut, Beerta. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers en een blauw pigment op kalk
-
WijdingskruisLoopt men vanaf de ingang van de kerk in de richting van het koor dan is links op de aanzetsteen van het gewelf in de tweede travee van het schip een restant van een wijdingskruis te zien. Gezien de plaats waar het zich bevindt, is het wijdingskruis waarschijnlijk aangebracht bij het inwijden van het nieuwe en verhoogde gewelf. Helaas zijn delen van het wijdingskruis onlangs tijdens de restauratie van de muur gevallen, omdat de schildering erg gedesintegreerd was. Oorspronkelijk was er een rode cirkel geschilderd, aangegeven door een lijn waarbinnen vage okerrode lijnen en kleurvlakken bewaard gebleven zijn, maar nu is slechts de linkerhelft bewaard gebleven. Schildering ontdekt in 1986, door L. Muller. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Kleine figuur in zwarte lijnenEr is nóg een schildering in het schip aangetroffen die vanuit het schip niet zichtbaar is. Alleen wanneer men de orgeltribune betreedt, valt de kleine figuur in het oog, bovenaan op de noordmuur van de eerste travee van het schip. Het identificeren van de figuur is tot op heden niet gelukt doordat er te weinig aanknopingspunten zijn. Op de achtergrond zijn resten rode- en gele-okerpigmenten aangetroffen; het is niet duidelijk wat hier oorspronkelijk is afgebeeld. Van de figuur, geschilderd in zwarte lijnen, zijn alleen het hoofd en een deel van de romp bewaard gebleven. Dit fragment is het enige restant dat is overgebleven van de schilderingen die op de gehele noordwand van het schip hebben gezeten. Tijdens een restauratie van de kerk in de jaren dertig werden de muren van het schip voorzien van een nieuwe pleisterlaag, waarvoor het oude pleisterwerk verwijderd werd. Tussen de brokstukken werden kleurresten aangetroffen van muurschilderingen. Helaas was het toen al te laat om de schilderingen te bewaren of om een idee te krijgen wat hier oorspronkelijk geschilderd was. Waarschijnlijk is de schildering in de eerste travee alleen bewaard gebleven omdat dit muurvlak niet zichtbaar was voor de kerkganger en dus niet van een nieuwe pleisterlaag voorzien behoefde te worden. Schildering ontdekt in 1986, door L. Muller, Zuidhorn. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) zwart en rode oker op kalk
-
Restant van een figuurWie hier is voorgesteld is onduidelijk; er wordt verondersteld dat hier een kerkvader is afgebeeld. Grote delen van deze schildering zijn bijgeschilderd. Het fragmentarische, oorspronkelijke schilderwerk aan de onderkant van de lijst is aangevuld. Boven is de lijst vager, omdat hier de schildering is verdwenen. De randen van de verschillende fragmenten zijn bijgeschilderd. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) schildering in seccotechniek op kalk
-
JesaiaVan deze schildering zijn meerdere fragmenten bewaard gebleven. Het is een afbeelding van een oudtestamentische figuur, de profeet Jesaja, ten voeten uit. Hij heeft een lange spitse baard, die evenals het haar in donkerbruine oker is geschilderd. Hij draagt een wit gewaad met gele strepen en wijde mouwen waarover hij een okerrode geborduurde schoudermantel heeft geslagen; aan zijn voeten draagt hij gele schoenen. De profeet is geplaatst op een tegelvloer, geschilderd in lichtbruine oker met lijnen in donkerbruine oker die de afzonderlijke tegels aangeven. De achtergrond is een architectonisch vormgegeven muur in lichtbruine- en donkerbruine oker om de schaduwpartijen aan te geven. In zijn linkerhand heeft hij zijn attribuut, een opengeslagen boek, terwijl hij met de wijsvinger van zijn rechterhand omhoog naar het oosten wijst. De blik van de figuur is gericht op de oostmuur van de zuidbeuk, waar een afbeelding van Maria te zien is. Deze profeet, die de apostelen voorafgaat, brengt de samenhang tussen de apostelserie en de Mariafiguur tot stand. Jesaia voorspelde onder andere de onbevlekte ontvangenis van Maria en de doop van Christus. De stoet apostelen wordt zodoende voorafgegaan door de profeet, die het dichtst bij Maria staat. Ook deze schildering is bijgeschilderd, voornamelijk in de hoek linksonder, waar delen van de tegelvloer en de rechtervoet in overeenkomstige kleuren in arceertechniek zijn aangebracht. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) schildering in seccotechniek op kalk
-
Petrus en PaulusDe schildering van Petrus en waarschijnlijk Paulus is een stuk breder dan de eerder beschreven schilderingen, maar is op dezelfde hoogte geplaatst. Om de figuren is een eenvoudige omlijsting in donkergrijze lijnen, die wordt bekroond door twee, inmiddels onleesbare wapens. Boven en onder de schildering is ruimte in de omlijsting gemaakt voor twee naast elkaar liggende vakken voor opschriften. Boven de schildering luidt het opschrift aan de rechterzijde: 'Anno 1575', in het vak aan de linkerzijde staat: 'Ick geloof in god den vaeder den almaeg[tige] schepper van hemel en [a]erde'. Door deze tekst is het duidelijk dat de apostelen hier zijn weergegeven als de auteurs van het credo. Onder het credo worden de twaalf artikelen van de apostelen verstaan. Hierin hadden zijn hun evangelie verwoord, datgene wat zij zouden prediken als zij de wereld in trokken na Christus' dood. Een legende verhaalt dat alle apostelen bij hun laatste bijeenkomst de grondbeginselen van het geloof in één zin of spreuk hadden samengevat. Daarna trokken ze de wereld in. Het opschrift in deze schildering is de spreuk van Petrus, de eerste leerling van Christus. Onder de schildering luidt het opschrift links: 'S. Peter', van het opschrift rechts is alleen nog de letter 'S.......' te zien. De schildering bestaat uit twee fragmenten; het grootste fragment beslaat de gehele bovenzijde. Het tweede fragment, dat een stuk kleiner is, beslaat de hoek linksonder. Van Petrus zijn het hoofd en een schouder te zien, van Paulus alleen het hoofd. Petrus is ietwat kalend weergegeven maar met baard. Hij heeft zijn hoofd sterk naar achteren gedraaid, zodat hij naar Paulus kijkt die achter hem staat. Paulus is afgebeeld met haar en baard in donkerbruine oker. De scène lijkt zich binnenshuis af te spelen; op de achtergrond is een muur met ramen van een architectonisch vormgegeven ruimte te zien. De achtergrond is geschilderd in verschillende gradaties bruine oker om licht en schaduwwerking en de afzonderlijke stenen van de muur aan te geven. Het kleinere fragment, in de hoek linksonder, laat de blote voeten van Petrus zien met een zoom van zijn rode mantel. Petrus is lopend weergegeven. Naast de zoom van zijn mantel is een wapen te zien. 'Gedeeld, I. In zilver een gedeelde adelaar van sabel kijkend naar rechts; II. In keel een spanzaag van natuur'. Waarschijnlijk is dit een familiewapen geweest van een stichter. Tussen de fragmenten is het muurvlak voorzien van een nieuwe kalklaag, geschilderd in een bijpassende crèmewitte kleur, aangebracht met borstelige verfstreken. Ook op deze schildering zijn de randen van de fragmenten, delen van de achtergrond, een deel in het midden van de rechtervoet en de baard in arceertechniek bijgeschilderd. De schildering is niet voorzien van een omlijsting. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) schildering in seccotechniek op kalk
-
Apostel (waarschijnlijk Andreas)Verder in oostelijke richting, op het muurvlak tussen twee ramen, bevindt zich een derde apostel. De gestalte zou Sint-Andreas voor kunnen stellen, omdat deze na Petrus en Paulus een van de eerste leerlingen van Christus was. Zijn attribuut, het zogenoemde Andreaskruis, dat de vorm van een 'X' heeft, is op de restanten niet te zien. De schildering is voorzien van een eenvoudige, in donkergrijze lijnen geschilderde omlijsting, waarin aan de bovenkant ruimte is gemaakt voor een opschrift. Deze luidt:’….Christus.........aer............zn [of zm].........onze...... De omlijsting wordt bekroond met een cirkelvorm waarin een zespuntige ster te zien is; om de cirkelvorm zijn ornamenten in de vorm van gestileerde plantenmotieven geschilderd. De schildering bestaat uit een groot fragment dat bijna de gehele rechterbovenhoek beslaat. Twee kleinere fragmenten bevinden zich rechtsonder, in het verlengde van het grote fragment. Op het grote fragment zijn in het midden het hoofd en een deel van de romp van de figuur te zien. De apostel heeft zijn hoofd iets gedraaid en kijkt schuin naar achteren. Het haar en de baard van de man zijn geschilderd in donkerbruine oker. Hij gaat gekleed in een wit onderkleed, dat alleen bij de hals zichtbaar is, en een mantel waarvan het rechter deel rood en het linker blauw is. De lichtpaarse achtergrond is versierd met plantenmotieven. Op twee kleinere fragmenten zijn delen van de mantel te zien. In deze schildering is veel bijgeschilderd. Doordat ook deze bijschilderingen uitgevoerd zijn in een arceertechniek, is het oorspronkelijke werk goed te onderscheiden van de later aangebrachte delen. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) schildering in seccotechniek
-
Jacobus de Meerdere (waarschijnlijk)De apostel Jacobus de Meerdere is gericht naar het oosten en loopt in een architectonisch vormgegeven achtergrond. Dit lijkt een rondgebogen muur te zijn, met een kroonlijst, geschilderd in lichtbruine oker voor de lichtere delen en donkerbruine oker voor de rondlopende schaduwkant. De apostel heeft een baard en is gekleed in een okerbruine pij die bij zijn middel samengebonden is. Het haar en de baard van Jacobus zijn geschilderd in donkerbruine oker, de pij in lichtbruine oker met een donkerbruine oker om modelé aan te geven bij de mouwaanzet. Op zijn rug hangt een hoed waarvan de brede rand te zien is. Op de hoed is vaag de vorm van een schelp te herkennen, een van Jacobus' attributen. Een ander attribuut van de heilige is het zwaard, het wapen waardoor hij de dood vond. Ook dit is, zij het gedeeltelijk, op het tafereel gevonden. Bovendien is de heilige op traditionele wijze blootsvoets afgebeeld. De oorspronkelijke schildering bestaat nu nog uit drie grote fragmenten waarvan de onderste en bovenste bijna over de gehele breedte van de schildering bewaard zijn gebleven. In het bovenste fragment zijn het hoofd en de schouders van Jacobus, en een deel van de architectonisch vormgegeven achtergrond te zien. Op het middelste fragment zien we een deel van de pij. Het onderste fragment toont aan de linkerkant het onderste gedeelte van de architectonische achtergrond. Tussen de fragmenten is het muurvlak voorzien van een nieuwe kalklaag, geschilderd in een bijpassende crèmewitte kleur die is aangebracht met borstelige verf streken. Ook op deze schildering zijn de bijgeschilderde delen in arceertechniek uitgevoerd: de randen van de fragmenten, delen van de achtergrond, een deel in het midden van de rechtervoet en de baard. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) schildering in seccotechniek op kalk
-
Maria in stralenkrans Op het gedichte venster in de oostmuur van de zuidbeuk is een afbeelding gevonden van Maria met het Christuskind. Ze staat in een stralenkrans en op een maansikkel, de verbeelding van haar reinheid, maagdelijkheid, en van haar rol als de moeder van de verlosser. De schildering is voorzien van een eenvoudige, in donkergrijze lijnen geschilderde, omlijsting. Bovenin zien we twee wapenschilden, waarvan alleen de donkergrijze contouren nog zichtbaar zijn. De heilige Maagd is geschilderd op een grijze achtergrond. Maria draagt het Christuskind op haar rechterarm. Ze gaat gekleed in een wit ondergewaad met daarover een okerrode mantel. In de kleding is modelé aangebracht door een donkere gradatie van de okerkleur. Haar lange haar reikt tot over de schouders en is geschilderd in verschillende gradaties lichtgele tot bruine oker. Haar gezicht is naar de toeschouwer gericht. Om haar heen zijn, in een mandorlavormige krans, vlammen geschilderd in gradaties van gele en bruine oker. De maansikkel is in een lichtgrijze kleur geschilderd. Ter hoogte van de Christusfiguur is een rechthoekige lacune op de romp van Maria met een crèmekleurige laag gevuld. Van de oorspronkelijke omlijsting zijn slechts enkele fragmenten bewaard gebleven. Deze zijn bijgeschilderd tot een complete omlijsting. De plaatsen waar de verflaag is verdwenen, zoals in de figuur en in de achtergrond, zijn bijgeschilderd. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) schildering in secco techniek op kalk -
Apostel Mattheus De meest noordoostelijke pijler van het schip uit de gesloopte Galileërkerk is bewaard gebleven, met daarop de schildering van de apostel Mattheus. Hij staat in driekwart aangezicht, in volle lengte afgebeeld met zijn attributen, een boek en een aks, in zijn hand. Opvallend aan deze schildering is dat door de verkeerde lichaamsverhoudingen het bovenlichaam niet in relatie lijkt te staan met het onderlichaam, hetgeen gecompenseerd lijkt te worden door de gekunstelde draperieën van de mantel. De gehele achtergrond is overgeschilderd in een groenblauwe kleur. Dat deze laag later is aangebracht, is te zien aan de contouren van vooral de handen, waar de groenblauwe kleur de vingers overlapt. Deze schildering vertoont veel overeenkomsten met de apostelserie in de Grote Kerk van Leeuwarden, die volgens Wassenbergh van de hand van Adriaen van Cronenburgh is. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) -
Ondergang der reformatorenVan dit fragment is zeer weinig bewaard, met behulp van bronnen is duidelijk dat op dit fragment de ondergang van de reformatoren is afgebeeld. Fragment bevindt zich in het Fries Museum te Leeuwarden, oorspronkelijk in de voormalige Galileërkerk te Leeuwarden. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
BiechtOp dit fragment is de biecht afgebeeld. Het thema wordt verduidelijkt met het opschrift: ‘penitent[ia]’ .Het fragment bevindt zich in het Fries Museum te Leeuwarden, oorspronkelijk in de voormalige Galileërkerk te Leeuwarden. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
EucharistieOp dit fragment is de eucharistie afgebeeld. Fragment bevindt zich in het Fries Museum te Leeuwarden, oorspronkelijk in de voormalige Galileërkerk te Leeuwarden. okers op kalk
-
HuwelijkOpschrift boven het tafereel:’matrimonivm’. Rechts is een priester te zien die in zijn handen een grote ronde kelk houdt waarop de bruiloft te Kana staat afgebeeld. Bevindt zich in het Fries Museum te Leeuwarden, oorspronkelijk op de zuidmuur van de voormalige Galileërkerk te Leeuwarden. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Muurschildering metrobuis door Woody van AmenEen lang abstract werk dat zich vanaf het perron uitstrekt over bijna de gehele lengte van de metrotunnel. Het is een kinetisch optisch kunstwerk, waarvan het visuele effect alleen te ervaren is vanuit een bewegende metro. Het kunstwerk heeft als thema beweging. Het toont een geel vlak waarop aan de onderzijde eerst een zwarte streep zichtbaar is. Daarboven komen daar met tussenpauze steeds een lijn bij. In totaal worden het zeven parallelle lijnen. Na de zevende (misschien acht, dat is niet goed te zien) draaien de lijnen en bewegen zij dichter naar de bovenkant het kunstwerk. Daarna verdwijnen de lijnen geleidelijk. De laatste lijn is bovenin zichtbaar tot het einde van het kunstwerk.
-
Negen mannelijke figurenNegen mannelijke figuren temidden van wolken. Bevindt zich in het Fries Museum te Leeuwarden, oorspronkelijk op de zuidmuur van de voormalige Galileërkerk te Leeuwarden. okers op kalk
-
Piet Hein Een schildering in grijstinten, met een ontwerp voor het grafmonument van Piet Hein. Het werk toont Piet Hein als 'priant', knielend aan het bidden. Om hem heen zien we het ontwerp van de zuilen en het triptaan die deel uitmaken van het grafmonument Deze muurschildering is vervaardigd als schets voor het grafmonument van Piet Hein. Pien Hein zelf is in grisaille, een schildering in grijstinten. De zuilen aan de zijkanten zijn in kleur uitgevoerd, namelijk rood. -
Fragment van een apostelFragment van een apostel (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) schildering in seccotechniek op kalk
-
Sint-Christoffel Het lijkt dat het hier gaat om Sint-Christoffel die het Christuskind draagt. Aan de positie van Christus te zien, lijkt deze op de schouder van de veel grotere Sint-Christoffel te zitten. Behalve de positie van de figuren ten opzichte van elkaar is ook het zegeteken dat Christus met zijn hand maakt, veelvoorkomend; we zien het ook bij de Sint-Christoffel te Kollum. De locatie van de schildering in de kerk is echter niet in overeenstemming met Sint- Christoffels betekenis als patroonheilige tegen een onverwachte dood. Om deze reden werd de schildering vaak vlakbij een uitgang geschilderd, hetgeen in Westergeest niet het geval is. Waarschijnlijk is de heilige hier afgebeeld om zijn bescherming tegen de watersnood. Westergeest is namelijk een van de plaatsen die vermoedelijk verplaatst is door wateroverlast. Het oorspronkelijke dorp heeft mogelijk meer ten noorden van het huidige dorp gelegen. Het kan hierom zijn dat men het niet zo nauw nam met de traditionele positie van de schildering in de kerk. Hetzelfde komt namelijk voor in de kerk te Bornwird, waar de heilige in het koor te zien is. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) Boven aan de noordwand van de koortravee is een fragment bewaard van een figuur met heiligenschijn en een kopje, een Annunciatie?, XIII (bron: Kollumerland en Nieuw Kruisland) okers op kalk -
Cyclus van de passie De schilderingen op het gehele absisgewelf zijn slecht bewaard gebleven waardoor de afzonderlijke taferelen niet goed te zien zijn. Waarschijnlijk zijn hier scènes uit het Nieuwe Testament en taferelen uit het Oude Testament uitgebeeld. Van enkele gestalten zijn ooit tekeningen gemaakt. Foto's van deze tekeningen bevinden zich in het archief van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed; de tekeningen zelf zijn helaas verloren gegaan. De foto's geven wel enkele duidelijke figuren aan maar de taferelen kunnen hiermee niet geïdentificeerd worden. Omdat er op dit moment zo weinig van de schildering te zien is door het vervagen van de pigmenten en het verkleuren van het materiaal waarmee de schildering is gerestaureerd, moeten we voor een beschrijving van het tafereel afgaan op wat eerder over de schildering is geschreven, bijvoorbeeld door G.J. Hoogewerff. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk -
Sint-Christoffel Sint-Christoffel is afgebeeld als de Christus drager: de reus waadt met beide benen door het water met het Christuskind op zijn linker schouder en een staf in zijn handen. Het hoofd van de heilige is verdwenen: alleen het rechteroog is gedeeltelijk nog te zien en ook is een okergele nimbus bewaard gebleven. Sint-Christoffel is gekleed in een vaalbruin hemd dat om zijn middel bijeen wordt gehouden door een riem of een touw. Hierover draagt hij een okerrode mantel. Het Christuskind op zijn linkerschouder houdt in zijn linkerhand een wereldkruis en met zijn omhoog gehouden rechterhand maakt hij een zegeteken. Hij draagt een donkerrood kleed waar modelé in is aangebracht door een lichtere gradatie rood. Op de achtergrond is een in zwarte lijnen geschilderd heuvellandschap te zien. Links zijn enkele huizen geschilderd en rechts, vlak naast de benen van de Sint-Christoffel, een boot met daarachter enkele heuvels. Het water waar de heilige in waadt is aangegeven met een gele oker waarin met zwarte lijnen enkele vissen geschilderd zijn. (bron: Aldus) Onder de schildering bleek bij de restauratie een andere voorstelling gestaan te hebben (rapport Otter). (bron: Kollumerland) Okers op kalk. De schildering is niet kort na het totstandkomen van de kerk aangebracht, omdat onder de Christoffelschildering een andere schildering werd aangetroffen tijdens de restauratie van de schildering in 1967. De staat van de schildering is vrij goed, mede doordat de schildering in 1881 niet werd vrijgelegd zoals bij de gewelfschilderingen wel het geval was. De schildering werd tijdens de restauratie in 1967 van de muur genomen, op een nieuwe drager aangebracht, vervolgens gerestaureerd en op de oorspronkelijke plaats teruggebracht. -
Arend Restanten van de symbolische weergave van de evangelist Johannes zijn te zien op het zuidelijke gewelfvlak van de zevende travee. Op dit moment zijn de restanten te fragmentarisch om een afbeelding in te herkennen. Daarnaast waren bij de sluitsteen fragmenten van ornamenten en een kroon te zien, maar ook deze zijn nu helaas verdwenen. okers op kalk -
Gevleugelde os Een gevleugelde os, het symbool van de evangelist Lucas, is geschilderd in geelbruine oker. Midden op de rug is een staafvormig ornament geschilderd dat overeenkomt met de ornamenten die geschilderd zijn bij de gewelfsluiting. Niet de gehele schildering is bewaard gebleven. De achterpoten zijn gedeeltelijk verdwenen, maar hier is de afbeelding voorzien van een nieuwe pleisterlaag waarop bijschilderingen zijn aangebracht in een lichtere kleur. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk -
Leeuw Eén van de vier symbolen van de evangelisten: van Marcus, de leeuw zijn slechts de achterpoten op het oostelijke gewelfvlak te zien. De ledematen van het dier zijn geschilderd in een bruine oker. Ook de leeuw is geplaatst op een achtergrond van plantenmotieven in groen en bruine oker. okers op kalk -
Fragmenten van een engel De vier symbolen van de evangelisten zijn eveneens op de gewelfvlakken te vinden. Enkele fragmenten van een engel zijn op het westelijke gewelf- vlak bewaard gebleven. De engel is de symbolische weergave van Mattheus. Hij houdt zijn attribuut, de staf, in zijn hand. Hiervan is nog een gedeelte te zien. Verder treft men delen van zijn witgrijze gewaad aan en is het gezicht van de engel met daaromheen het okergele haar redelijk bewaard gebleven. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk -
Vaas Op het noordelijke gewelfvlak is tegen de sluitsteen een vaas ontdekt waaruit plantenmotieven ontspringen in groene tinten en verschillende gradaties bruine oker. Aan weerszijden van de vaas worden de spits toelopende ornamenten doorstoken met staven. Op een van de takken zit een uil. De uil is de symbolische weergave van de synagoge en het jodendom, omdat deze vogel in het licht niet ziet en het licht juist gezien wordt als een symbool van het ware geloof. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk -
Eenhoorn De eenhoorn is op een achtergrond van plantenmotieven geplaatst. Het witte dier is geschilderd met grijze contouren en bruine oker voor schaduwpartijen. De eenhoorn is het symbool en attribuut van de kuisheid. Daarnaast is hij de personificatie van de 'blijde boodschap van Maria, waarbij Christus neerdaalt in haar maagdelijke schoot’. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk -
Rennend hert Het rennende hert bij de sluitsteen op het westelijke gewelfvlak is onder andere een symbolische weergave voor Christus. Het hert werd door zijn vermeende bijzondere krachten gezien als de over winnaar op de slang, het kwaad, en werd zo het symbool voor Christus, de bestrijder van het kwaad. Om zijn snelheid was het hert bij vele schrijvers eveneens het symbool voor de apostelen. Bovendien werd het hert in een aantal bijbelse teksten gebruikt als metafoor, één van de bekendste is: 'verlangt de ziel van de mens naar God, zoals het hert haakt naar de waterbronnen’. Het hert is hier geplaatst tussen groene plantvormige ornamenten die spits toelopen tot aan de fragmenten van een schildering boven de gordelboog. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk -
Christus In de laatste travee voor het koor is op de sluitsteen het aangezicht van Christus te vinden. Hij is afgebeeld met een tweepuntige baard, lang haar en aflopende schouders, hetgeen kenmerkend is voor het Christustype van de middeleeuwse kunstenaars. Om hem heen zien we de symbolen van de evangelisten en symbolische weergaven van Christus en Maria. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk -
Sint-Maarten te paard De patroonheilige van de kerk, Sint-Martinus te paard, is hier in de welbekende scène geschilderd waarin hij zijn mantel deelt met de bedelaar. Het tafereel is niet geheel bewaard gebleven; slechts drie fragmenten zijn nu nog te zien en het centrale gedeelte van de schildering is verdwenen. Het tafereel kan geïdentificeerd worden doordat alle figuren uit de legende nog gedeeltelijk aanwezig zijn: Sint-Martinus, de bedelaar en het paard. Op het bovenste fragment bevinden zich restanten van Sint-Martinus op zijn paard. De heilige richt zich naar de bedelaar op een ander fragment. Van de bedelaar zijn alleen de romp en een deel van het hoofd bewaard gebleven. Onder zijn gebogen linkerarm houdt de bedelaar een bruingekleurd voorwerp geklemd dat lijkt op een bedelnap. In de linkerhand houdt hij de punt van de mantel die hij van Sint- Martinus krijgt, vast. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk -
Maria in stralenkrans Twee fragmenten zijn behouden van de heilige Maagd. De stralenkrans rondom Maria is een verbeelding van de onbevlekte ontvangenis en van haar rol als moeder van Christus. Op het linker fragment is Maria's rechterhelft tot de schouders te zien. De Maagd staat frontaal afgebeeld op een okergele maansikkel waarvan de linker punt zichtbaar is. Ze draagt een groen gewaad dat vanaf haar taille in rechte plooien naar beneden valt. Haar rechterarm houdt ze gebogen om het, nu niet meer zichtbare, Christuskind vast te houden. Om Maria is gedeeltelijk de mandorlavormige okergele stralenkrans bewaard gebleven. Op een kleiner fragment bevindt zich een klein deel van de rechterzijde van de stralenkrans en een stuk van de linkerschouder of -arm van Maria. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk -
De vraatzucht Hier is de personificatie van een ondeugd afgebeeld: 'De vraatzucht'. De figuur is geplaatst op een achtergrond van ornamentele plantenmotieven. Er is een bovenlijf van een mannelijke figuur te zien. De mannelijke figuur is niet geheel bewaard gebleven. Van zijn gezicht zijn alleen de ogen, het voorhoofd en een deel van de kin zichtbaar en ook is zijn romp slechts gedeeltelijk behouden. De 'vraatzucht' is gericht naar de toeschouwer en richt zijn rechterhand naar de plek waar zijn mond moet zijn. Onder zijn rechterarm houdt hij een bruine kruik geklemd. De dikke buik, een gans en een kruik ondersteunen de identificatie van de figuur. Een soortgelijke afbeelding die eveneens geïdentificeerd is als 'De vraatzucht' is in de Martinikerk te Groningen te vinden. Boven 'De vraatzucht' is een mijter te zien die waarschijnlijk iets te maken heeft met Sint-Martinus, de patroonheilige van de kerk. De mijter is immers een symbool voor een bisschop. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk -
Rozetten, fragmenten en restanten van plantenmotieven Rozetten, fragmenten en restanten van plantenmotieven zijn op vele plekken te vinden op de gewelven. Daarnaast ook enkele vage restanten van waarschijnlijk figuratieve schilderingen zijn aangetroffen op de gewelven van de tweede travee. Een vierpotig dier met een lang- gerekt hoofd lijkt op het oostelijke gewelfvlak geschilderd te zijn Helaas zijn de restanten te vaag om dit met zekerheid vast te kunnen stellen. Hetzelfde geldt voor de drie kleine fragmenten op het noordelijke gewelfvlak. Boven de gordelboog op het oostelijke gewelfvlak, tussen de twee rozetten in, is eveneens een fragment van een schildering bewaard gebleven, die met een groenpigment geschilderd lijkt te zijn. Ook dit fragment is te klein om een indruk te geven van de voorstelling die hier oorspronkelijk is geschilderd. okers op kalk -
Sint-FranciscusSint-Dominicus en Sint-Franciscus zijn op de bovenste strook van de derde pijler aan de noordzijde van het schip geschilderd. Sint-Franciscus is de stichter van de Franciscaner orde. Over het algemeen wordt hij afgebeeld in een pij en met stigmata in zijn handen, voeten en zijde, zoals ook het geval in Franeker is. Hij draagt een pij van geelbruine oker die met een touw om zijn middel is gebonden. Zijn gewonde handpalmen houdt hij opgeheven. De heilige is blootsvoets en op zijn rechtervoet is eveneens een wond te zien, van de linkervoet komen slechts de tenen onder zijn pij tevoorschijn. Franciscus kijkt omhoog waar twee okergele engelen vier zwarte stralen op de wonden in zijn handen en voeten richten. Een zijwond is hier niet geschilderd. De heilige draagt een baard en het haar is bij de kruin geschoren. De gelaatstrekken zijn geschilderd in verschillende gradaties grijs en zwart. Onder de schildering staat 'Scs Franciscus' geschreven. Een groot gedeelte van de schildering lijkt te zijn bijgewerkt en voorzien van een nieuwe pleisterlaag. Dit is het geval bij een langgerekt verticaal vlak aan de linkerzijde waar de zoom van de mantel en een klein gedeelte van de mouw zich bevinden, bij een gedeelte aan de rechterzijde, bij de elleboog en de zoom aan de rechterkant, en bij de ondergrond en de engelen. De ondergrond is op deze plaatsen iets ruwer en er is enig kleurverschil aan te tonen. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Sint-DominicusSint-Dominicus en Sint-Franciscus zijn op de bovenste strook van de derde pijler aan de noordzijde van het schip geschilderd. Sint-Dominicus was de stichter van de Dominicaner kloosterorde. Hij wordt vaak afgebeeld in het kleed van de orde; een witte pij en een zwarte mantel. Verder heeft hij vaak een boek in zijn hand en een wit en zwart gevlekte hond naast zich met een fakkel in z'n bek. De hond staat voor 'domini canes', dat hond van de heer betekent. Sint- Dominicus is hier op de traditionele manier afgebeeld. De gewaden zijn echter anders van kleur: een lichtgrijze pij met een donkergrijze mantel. Onder de zoom van het kleed zijn nog net de zwarte contouren van de neus van zijn schoen te zien. In zijn rechterhand houdt hij een kruisstaf. Links aan zijn voeten staat de hond die een staf met een witte wereldbol met daarop een okergeel kruis in zijn bek houdt. In zijn linkerhand houdt Sint-Dominicus naast het boek een riem vast waaraan rechts van hem een duivel gebonden is, liggend op de vloer en met de poten omhoog. Het gezicht van de heilige is geschilderd in verschillende gradaties grijs en zwart. Zijn haar is kort en kaalgeschoren op de kruin. De heilige staat op een grijze ondergrond met okergele strepen die doorloopt onder Sint-Franciscus rechts naast hem. Onder de schildering is een opschrift met zijn naam te lezen: 'Scs Dominic[us]'. In deze schildering zijn veel haksporen te zien. Dit kan een toevallige oorzaak hebben maar het kan ook een gevolg zijn van de vernielingen tijdens de reformatie, gezien het feit dat Dominicus de stichter was van een katholieke orde. Links onderaan, bij de zoom van het kleed en de poten van de hond, lijkt een gedeelte bijgewerkt te zijn waarbij er een nieuwe pleisterlaag is aangebracht. Er is een kleurverschil aan te tonen en de structuur van de onderlaag verschilt; het nieuwe pleisterwerk is iets ruwer. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Sint-MargarethaSint-Margaretha is de patrones van vrouwen in barensnood. Ze draagt een wit kleed dat net te zien is onder de mantel van bruin-rode oker die zij daarover draagt. Een punt van de mantel houdt zij in haar linkerhand. Onder haar kleed zijn de zwarte contouren van de neus van haar rechterschoen te zien. In haar rechterhand houdt zij een zwaard met een okergeel heft dat met de punt schuin omhoog wijst. Haar gezicht is geschilderd in verschillende gradaties grijs. waaromheen het lange okergele haar valt. Op haar hoofd draagt ze een okergele kroon die aan de bovenkant voorzien is van vier gestileerde plantenmotieven. Aan een koord houdt ze de draak in bedwang die onder haar voeten ligt. Een deel van de draak lijkt opnieuw bijgewerkt te zijn op een nieuwe pleisterlaag, omdat deze ruwer van structuur is. Onder haar is het opschrift: 'Scs Margaretha' te lezen. Enige bijwerkingen van de schilderlaag hebben in ieder geval plaatsgevonden bij de achterpoten van de draak. Hier is een licht kleurverschil aan te tonen en de ondergrond is ruwer, hetgeen erop kan wijzen dat hier een nieuwe pleisterlaag is aangebracht. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Sint-CatharinaSint-Katharina is de patrones van de wijsgeren, de wagenmakers en de molenaars. Zij staat hier als jonkvrouw afgebeeld met een zwaard en een boek in haar handen, een kroon op haar hoofd en een rad op de achtergrond, wat een veel voorkomende manier is om haar af te beelden. In de vijftiende eeuw en daarna wordt zij een van de populairste heiligen. De heilige staat frontaal afgebeeld en kijkt in oostelijke richting. Om het gezicht, dat is geschilderd in grijze tinten, valt haar lange okergele haar over de schouders, In haar rechterhand hield ze oorspronkelijk het opengeslagen boek, waarvan alleen de uitsparing in haar okerrode kleed nog te zien is. Achter Sint-Katharina is nog een deel van een met scherpe punten bezet rad te zien dat door de heilige wordt oversneden. Onder de schildering staat de inscriptie 'Scs Katharina'. Ze staat op een okerbruine ondergrond die doorloopt onder Sint-Margaretha, rechts van haar. Links naast het hoofd van Sint-Katharina en binnen een gedeelte van de opengeslagen mantel rechts zijn delen van de ondergrond voorzien van een nieuwe pleister- laag waarop bijschilderingen zijn aangebracht. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Sint-ApolloniaSint-Apollonia, de patrones tegen kiespijn. Ze is zó op de pijler geschilderd dat de afbeelding bij binnenkomst van de kerk duidelijk te zien is. Ze staat met haar handen boven haar hoofd vastgebonden aan een paal. geflankeerd door twee beulen met tangen in hun handen. De linker man houdt een potje onder haar hoofd om de kiezen op te vangen. Onder het tafereel staat haar naam: 'Scs Apolonia'. Apollonia draagt een roze rok waarin met een donkere tint schaduw is gegeven aan de plooien. Daarboven draagt ze een wit hemd dat bij de borst nog net onder het roze bovenlijfje is te zien. Haar gezicht is geschilderd in verschillende grijstinten. Haar mond is geopend en de beulen staan op het punt om met tangen de kiezen uit haar mond te trekken. De drie figuren staan op een donker oker- bruine ondergrond waaromheen met zwarte pigmenten contouren zijn aangebracht. Bij deze schildering is het erg moeilijk te bepalen of er delen zijn bijgeschilderd: de uiterst linkerkant van de ondergrond en de ondergrond bij de voeten en benen van de linker beul lijken te zijn bijgeschilderd, omdat hier de kleur op enkele vlakken verschilt van de rest van het oppervlak. Ook zijn er plaatsen waar de structuur van de pleisterlaag ruwer is, hetgeen kan duiden op een nieuw aangebrachte pleisterlaag, er zijn hier echter geen kleurverschillen aan te tonen. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Sint-SebastianusSint-Sebastianus gold in de Middeleeuwen als één van de voornaamste patroonheiligen tegen de pest, omdat de pijl van oudsher het symbool van de pest was. Hier is de heilige afgebeeld als ridder, uitgerust met pijl en boog. Hij draagt een maillot en een hemd en een lange okerrode mantel is om zijn schouders geslagen. Zijn gezicht is geschilderd in grijs en zwart, waaromheen lang rood haar valt. Op zijn hoofd draagt hij een witte hoed waarop een witte veer is vastgespeld. Aan de rechterkant en onder de schildering zijn restanten van rode-okerpigmenten aangetroffen, het is niet duidelijk waartoe deze behoord hebben. Onder de schildering staat het opschrift: 'Scs Sebastian [us]'. Om deze omkadering zijn ook zwarte resten van een spitse driepasboog gevonden. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Jacobus de MeerdereSint-Jacobus de Meerdere is te bezichtigen op de vierde pijler van de kooromgang aan de zuidzijde van de kerk. Deze heilige is een van de twaalf apostelen (en de broer van de evangelist Johannes) die na de Hemelvaart van Christus het evangelie verkondigde in Jeruzalem en Samaria. Over het algemeen wordt Sint-Jacobus de Meerdere afgebeeld als een reizende pelgrim met een lange pij, een breedgerande hoed, een staf, een reistas en een drinkfles. Ook op de schildering in Franeker zijn al deze attributen afgebeeld, op de drinkfles na. De apostel staat in een heuvelachtig landschap. Aan zijn voeten draagt hij okergele schoenen, hetgeen frappant is omdat apostelen gewoonlijk bloots- voets worden afgebeeld. Van het opschrift is alleen 'Scs' nog te lezen. Het is opmerkelijk dat Jacobus de Meerdere de enige apostel is die in de Martinikerk te Franeker afgebeeld staat op de pijlers. De pijlers in een kerk zijn tenslotte hét symbool voor de apostelen: het zijn de pijlers waarop het geloof berust. Vaak staan op de pijlers de twaalf apostelen afgebeeld. Hiervan zijn in Friesland geen voorbeelden meer, maar het was wel het geval in de voormalige Galileërkerk te Leeuwarden. okers op kalk
-
Sint-LucasSint Lucas was arts van beroep en zou volgens een legende ook schilder zijn geweest. Vaak wordt hij afgebeeld terwijl hij de Madonna met kind schildert. In Franeker houdt hij met beide handen een paneel voor zich waar mogelijk het portret van de Madonna met het Christuskind op heeft gestaan. Het enige dat nog op het paneel bewaard is gebleven zijn enkele zwarte lijnen en rechtsonder een strik. T. Graas vermeldt in een opstel dat nog net een portret van Maria te herkennen is. Hij zag Maria met het Christuskind op de linkerarm terwijl haar rechter-hand naar Hem wijst; het zogenoemde Hodegetria-type Maria portret. De symbolische afbeelding van de evangelist is de os, waarvan de kop links naast de heilige is geschilderd. Onder de ossenkop is een turquoise schild geplaatst waarin drie uitsparingen in de vorm van schilden gemaakt zijn. In deze uitsparingen is nu de pleisterlaag zichtbaar, maar ongetwijfeld zullen hier oorspronkelijk wapens, waaronder mogelijk het wapen van het Sint-Lucasgilde, zijn uitgebeeld. De heilige wordt onderaan geïdentificeerd door het opschrift 'Scs Lucas Evangelista]'. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Opschrift (Christusmonogram)Het Christusmonogram: 'i h s'. De verticale lijn van de 'h' wordt aan de bovenzijde horizontaal doorsneden door een lijn, hetgeen betekent dat het hier om een afkorting gaat. De opstaande schacht van de 'h' wordt zo een kruisvorm. Ook deze letters zijn geschilderd met een zwart pigment. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Maria-opschriftOp de boogaanzet van de negende pijler aan de zuidwestzijde is 'Maria', met daaronder 'ioh[an]nes' te lezen (cat.nr. 8.1.e). Boven Maria staan enkele restanten van letters maar hiervan is weinig bewaard gebleven. Waarschijnlijk staat er het Christus- monogram 'ihs', een afkorting van de naam Jezus Christus. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk
-
Sint-AdrianusSint-Adrianus, oorspronkelijk Sint-Martinus. De pestheilige Sint-Adrianus is een heidens hoofdman die geïdentificeerd wordt door het opschrift onder de gestalte en door zijn attributen: het zwaard, het aam- beeld en de leeuw. Waarvan de leeuw het symbool is, is niet bekend. Het zwaard wijst op zijn krijgsmansstaat. Sint-Adrianus is ten voeten uit in driekwart aanzicht afgebeeld, gekleed in een bruinrode mantel, een wit hemd en een witte broek. Onder zijn rechterarm is het aambeeld geklemd, en in zijn linkerhand houdt hij het zwaard dat naar boven wijst. Een tekening van de schildering van vóór de restauratie laat echter zien dat hier oorspronkelijk geen Sint-Adrianus was geschilderd, maar dat het waarschijnlijker is dat de figuur Sint-Martinus heeft voorgesteld. Omdat Sint-Martinus de patroonheilige van de kerk is, lijkt dit zeer aannemelijk. Sint-Martinus wordt vaak voorgesteld als een heilige te paard die met een zwaard zijn mantel in tweeën hakt om de helft daarvan aan een bedelaar te geven. De attributen van Sint-Adrianus, het aambeeld en de leeuw, staan op de oude tekening niet afgebeeld; het zwaard wel maar dat is eveneens een attribuut van Sint-Martinus. De hand die in de huidige schildering rechts te zien is, kan wat betreft de houding niet van Sint-Adrianus zijn, maar lijkt oorspronkelijk te behoren aan de bedelaar die om een aalmoes bedelt. Op de tekening is ónder de hand van de bedelaar een punt van de mantel te zien die hij volgens het verhaal aangegeven krijgt. Het dier dat tussen de benen van de heilige te zien is, is vermoedelijk een paard geweest. De leeuw en het aambeeld onder de arm van de heilige en het opschrift onder de heilige zijn dus zeer waarschijlijk door de restaurator gefantaseerd. Onder de heilige is het opschrift: 'Scs Adri....a' te lezen, hetgeen dus hoogstwaarschijnlijk ook bijgeschilderd is. (bron: Aldus is opgeschilderd. Middeleeuwse muurschilderingen in Friese kerken 1100 - 1600) okers op kalk